Ga naar de inhoud
Home » Wat is het Naamwoordelijk Gezegde (nwg)? – Uitgelegd voor Ouders

Wat is het Naamwoordelijk Gezegde (nwg)? – Uitgelegd voor Ouders

Welkom in de wondere wereld van de Nederlandse taal! Vandaag richten we onze aandacht op een begrip dat soms verwarrend kan zijn: het naamwoordelijk gezegde (NWG). Ontdek waarom het belangrijk is en hoe je het kunt herkennen in zinnen—handig om je kind bij te staan in begrijpend lezen.

Inleiding tot het Begrip

Het naamwoordelijk gezegde (nwg) bevat altijd een koppelwerkwoord. De koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, heten, blijven, schijnen, lijken, blijken, dunken en voorkomen.

Wat doet een koppelwerkwoord? Het koppelt het naamwoordelijk deel (iets dat iets zegt over het onderwerp) aan het onderwerp. Simpel gezegd: het koppelwerkwoord zorgt ervoor dat je snapt hoe het onderwerp wordt beschreven. Voorbeeld van het naamwoordelijk gezegde (nwg) + uitleg

Laten we het praktisch maken met een voorbeeld:

De taart is lekker.

  1. Wat is het werkwoordelijk deel?
    Het werkwoord is. Dit is een koppelwerkwoord.
    Waarom? Het koppelt een eigenschap (lekker) aan het onderwerp (de taart).

  2. Wat is het onderwerp?
    Het onderwerp is de taart. Dat is waar de zin over gaat.

  3. Wat is het naamwoordelijk deel?
    Het naamwoordelijk deel is lekker. Dit zegt iets over het onderwerp: hoe of wat de taart is. Nog een voorbeeld:

De leerling blijft stil.

  1. Werkwoord: blijft (koppelwerkwoord).
  2. Onderwerp: de leerling.
  3. Naamwoordelijk deel: stil, wat een eigenschap van de leerling aangeeft.

In beide voorbeelden zorgt het koppelwerkwoord voor de verbinding tussen het onderwerp en de beschrijving daarvan.

Waarom een koppelwerkwoord?

Een koppelwerkwoord is nodig als je wil beschrijven wat iets is, lijkt of wordt, in plaats van wat het doet. Zonder koppelwerkwoord werkt de zin niet goed. Vergelijk:

  • De taart is lekker (naamwoordelijk gezegde).
  • De taart ruikt lekker (werkwoordelijk gezegde, want ruiken is een normaal werkwoord en geen koppelwerkwoord).

Het naamwoordelijk gezegde is essentieel voor:

  1. Grammatica en Schrijfvaardigheid
    Het leren herkennen en correct gebruiken van NWG’s helpt bij betere zinsopbouw.
  2. Begrijpend Lezen
    Door te zien welke eigenschap of identiteit aan het onderwerp wordt toegekend, krijgen kinderen meer inzicht in de betekenis van de zin.

Hoe het Werkt

  1. Vind het Onderwerp
    Stel de vraag: “Wie of wat + gezegde?”
  2. Vraag: Hoe is of Wat is het onderwerp?
    Het antwoord daarop vind je in het naamwoordelijk gezegde.
  3. Zoek het koppelwerkwoord
    (bijv. “is,” “wordt,” “lijkt,” “blijkt,” “heet,” “schijnt”). Samen met het naamwoordelijk deel vormt dit het NWG.

Tips voor Effectief Gebruik

  • Oefen met Voorbeelden
    Neem zinnen uit boeken of alledaagse situaties. Identificeer samen het naamwoordelijk gezegde.
  • Vervangingsmethode
    Twijfel je of het NWG echt naamwoordelijk is? Vervang (een deel van) het gezegde en kijk of de zin inhoudelijk kloppend blijft.

Valkuilen of Veelgemaakte Fouten

  • Verwarren met Werkwoordelijk Gezegde
    Een werkwoordelijk gezegde (WWG) bestaat alleen uit werkwoorden (bijv. “Anna loopt hard”), terwijl een naamwoordelijk gezegde (NWG) een koppelwerkwoord + naamwoordelijk deel heeft (bijv. “Anna is moe”).
  • Koppelwerkwoord Over Het Hoofd Zien
    Koppelwerkwoorden, zoals “is,” “wordt,” of “lijkt,” kunnen soms onopgemerkt blijven, waardoor het lastiger is het NWG te zien.

Samenvatting

Het naamwoordelijk gezegde (NWG) vertelt wat of hoe het onderwerp is, met hulp van een koppelwerkwoord en een naamwoordelijk deel. Het is cruciaal voor zowel taalontwikkeling (grammatica, schrijfvaardigheid) als begrijpend lezen. Door het NWG te herkennen, krijgen kinderen dieper inzicht in zinsstructuren en kunnen ze betere zinnen schrijven. Met deze kennis, tips en oefeningen kun je je kind effectief ondersteunen in hun taalvaardigheid!