• Doel: Hoofd- en bijzaken onderscheiden.
• Beschrijving: Laat leerlingen de tekst in een paar zinnen samenvatten.

• Doel: Voorspellen wat er zal gebeuren op basis van informatie uit het verhaal.
• Activiteit: Leerlingen maken voorspellingen voordat ze een verhaal lezen en controleren deze tijdens en na het lezen.

• Doel: Woordbetekenissen afleiden uit de context.
• Activiteit: Leerlingen gebruiken aanwijzingen uit de tekst om de betekenis van onbekende woorden te achterhalen.

• Doel: Mondelinge taalvaardigheid en kritisch denken.
• Beschrijving: Voer een klasdiscussie over een thema of vraagstuk uit de tekst.

• Doel: Begrip toetsen en vraagformulering.
• Beschrijving: Laat leerlingen een quiz maken over de tekst voor hun klasgenoten.

• Doel: Schrijfvaardigheid en begrijpend lezen.
• Beschrijving: Laat leerlingen een nieuwsbericht schrijven over een gebeurtenis uit de tekst.

• Doel: Kritisch denken en mondelinge vaardigheden.
• Beschrijving: Laat leerlingen discussiëren over een maatschappelijk thema dat in de tekst voorkomt.

• Doel: Begrijpen waarom een auteur een betoog heeft geschreven.
• Activiteit: Leerlingen analyseren de tekst om te achterhalen of de auteur wil informeren, overtuigen, of een standpunt verdedigen.

• Doel: Begrijpen van het centrale argument en de ondersteunende details.
• Activiteit: Leerlingen identificeren de hoofdgedachte en ondersteunende argumenten in een betoog.

• Doel: De tekst beoordelen op betrouwbaarheid en bias.
• Activiteit: Leerlingen evalueren de argumenten in een betoog en beoordelen de betrouwbaarheid van de bron en de validiteit van de argumenten.

• Doel: Dieper begrip van een persoon ontwikkelen.
• Beschrijving: Laat leerlingen een karakterprofiel maken van een van de personen uit de biografie.

• Doel: Begrip van volgorde en gebeurtenissen.
• Beschrijving: Laat leerlingen een tijdlijn maken van de gebeurtenissen in de tekst.

• Doel: Schrijfvaardigheid en perspectief nemen.
• Beschrijving: Laat leerlingen een brief schrijven aan de hoofdpersoon uit de briografie.

• Doel: Herkennen van de organisatie van de informatieve tekst.
• Activiteit: Leerlingen analyseren verschillende tekststructuren zoals oorzaak-gevolg, probleem-oplossing, en chronologisch.

• Doel: Perspectief nemen en schrijven.
• Beschrijving: Laat leerlingen een dagboekpagina schrijven vanuit het perspectief van de hoofdpersoon.

• Doel: Informatie uit de biografie combineren met eigen kennis om conclusies te trekken.
• Activiteit: Leerlingen beantwoorden vragen die niet expliciet in de biografie staan.

• Doel: Kritisch denken en vraagformulering oefenen.
• Beschrijving: Laat leerlingen zelf vragen bedenken over de tekst voor hun klasgenoten.

• Doel: Schrijfvaardigheid en kritisch denken.
• Beschrijving: Laat leerlingen een recensie schrijven van de tekst.

• Doel: Creatief denken en schrijven stimuleren.
• Beschrijving: Laat leerlingen een vervolg schrijven op het verhaal uit de tekst.

• Doel: Begrip en expressie vergroten.
• Beschrijving: Laat leerlingen een scène uit de tekst naspelen.

• Doel: Begrip en creativiteit.
• Beschrijving: Laat leerlingen een stripverhaal maken van de tekst.

• Doel: Creatief schrijven en woordenschat.
• Beschrijving: Laat leerlingen een gedicht schrijven geïnspireerd door de tekst.

• Doel: Creatief denken en schrijven.
• Beschrijving: Laat leerlingen het verhaal herschrijven alsof het in een andere tijdsperiode plaatsvindt.

• Doel: Begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren in fictie.
• Activiteit: Leerlingen identificeren en analyseren beeldspraak en stijlfiguren in het verhaal.

• Doel: Begrip visualiseren en creativiteit.
• Beschrijving: Laat leerlingen een illustratie maken bij het gedicht.

• Doel: Begrip en creatief denken.
• Beschrijving: Laat leerlingen een nieuwe titel bedenken voor het gedicht en deze uitleggen.

• Voer een dramatische lezing van het gedicht uit met verschillende stemmen en emotionele expressie.

Geef leerlingen versnipperde delen van het gedicht om weer in de juiste volgorde te zetten.

Creëer kunstwerken geïnspireerd door het gedicht en presenteer deze aan de klas.

Laat leerlingen een poster maken die een versregel of thema van het gedicht illustreert.

• Doel: Relaties tussen ideeën visualiseren.
• Beschrijving: Laat leerlingen een mindmap maken van de belangrijkste ideeën uit de tekst.

• Doel: Begrip en presentatievaardigheden.
• Beschrijving: Laat leerlingen een korte presentatie maken over de hoofdpersonen en/of de onderwerpen.

• Doel: Begrip van setting en details.
• Beschrijving: Laat leerlingen een plattegrond tekenen van de locatie in de tekst.

• Doel: Herkennen van woorden die volgorde aangeven.
• Activiteit: Leerlingen onderstrepen signaalwoorden in een instructietekst en categoriseren deze.

• Doel: De instructie in eigen woorden kunnen navertellen.
• Activiteit: Leerlingen oefenen met het parafraseren van stappen uit de instructietekst.

• Doel: Begrip en creatief denken.
• Beschrijving: Laat leerlingen een nieuwe reclametekst schrijven om het product/de dienst beter te verkopen.

• Doel: Perspectief aannemen en schrijven stimuleren.
• Beschrijving: Laat leerlingen een betoog schrijven waarom je wel of niet dit product/deze dienst moet kopen.

• Doel: Visualiseren van informatie en tekststructuur.
• Activiteit: Gebruik verschillende grafische organizers (zoals Venn-diagrammen, oorzaak-gevolg-ketens, en tijdlijnen) om leerlingen te helpen de structuur en belangrijke elementen van een tekst te identificeren en te begrijpen.

• Doel: Inzicht krijgen in leesstrategieën en probleemoplossing.
• Activiteit: Laat leerlingen hardop denken terwijl ze een tekst lezen. Ze verwoorden hun gedachten, voorspellingen, vragen en verhelderingen. Dit kan individueel of in duo’s worden gedaan en helpt bij het bewustworden en toepassen van leesstrategieën.

• Doel: Herkennen van woorden die naar andere woorden of woordgroepen verwijzen.

• Activiteit: Leerlingen identificeren verwijswoorden en hun antecedenten in de tekst.

• Doel: Verschillende soorten teksten en genres herkennen en hun kenmerken begrijpen.
• Activiteit: Leerlingen vergelijken verschillende tekstsoorten en genres.

• Doel: Verbeteren van leesbegrip en samenwerken.
• Activiteit: Laat leerlingen in kleine groepen een tekst lezen en vervolgens verschillende rollen aannemen (bijv. samenvatter, vraagsteller, verhelderaar). Elke leerling draagt bij aan de discussie vanuit zijn of haar specifieke rol, waardoor de tekst vanuit meerdere perspectieven wordt bekeken en begrepen.

• Doel: Diepgaand begrip van nieuwe woorden.
• Beschrijving: Leerlingen verdelen een vel papier in vier kwadranten en schrijven in elk vak: het woord, de definitie, een voorbeeldzin en een tekening van het woord.

• Doel: Nieuwe woorden herkennen en begrijpen.
• Beschrijving: Leerlingen maken een lijst van onbekende woorden uit de tekst en schrijven de betekenis erbij.

• Doel: Woorden begrijpen door context.
• Beschrijving: Leerlingen zoeken nieuwe woorden in de tekst en schrijven de zinnen over waarin deze woorden staan, waarna ze de betekenis uit de context proberen te achterhalen.

• Doel: Woordenschat uitbreiden.
• Beschrijving: Leerlingen schrijven een nieuw woord op en bedenken daarbij een synoniem en een antoniem.

• Doel: Verbreding van woordenschat.
• Beschrijving: Leerlingen schrijven een nieuw woord op en bedenken andere woorden die tot dezelfde woordfamilie behoren (bijv. lopen, loper, gelopen).

• Doel: Relaties tussen woorden visualiseren.
• Beschrijving: Leerlingen schrijven een nieuw woord in het midden van een vel papier en verbinden het met gerelateerde woorden die ze bedenken.

• Doel: Begrip van woordbetekenissen door etymologie.
• Beschrijving: Leerlingen onderzoeken en schrijven de oorsprong van nieuwe woorden op.

• Doel: Woordenschat in de praktijk gebruiken.
• Beschrijving: Leerlingen bespreken in kleine groepjes de nieuwe woorden en bedenken samen voorbeeldzinnen.

• Doel: Dagelijkse herhaling en verdieping.
• Beschrijving: Leerlingen houden een dagboek bij waarin ze elke dag een nieuw woord uit de tekst schrijven, met de definitie en een zin.

• Doel: Woorden herhalen en bespreken.

• Beschrijving: Leerlingen schrijven nieuwe woorden op kaartjes en ruilen deze met elkaar, waarbij ze elke keer de betekenis en een voorbeeldzin bespreken.

• Doel: Toetsing en herhaling van woordenschat.
• Beschrijving: Leerlingen maken een quiz over de nieuwe woorden en geven deze aan een klasgenoot om in te vullen.

• Doel: Woorden in context oefenen.
• Beschrijving: Leerlingen schrijven twee zinnen die het nieuwe woord correct gebruiken, en een zin die dat niet doet. Ze laten een klasgenoot raden welke zin niet klopt.

• Doel: Dagelijkse herhaling en verdieping.
• Beschrijving: Leerlingen maken een kistje met flitskaarten bij waarin ze elke dag een nieuw woord uit de tekst schrijven, met de definitie (en een zin). Woord op de ene kan, definitie op de andere kant.

• Doel: Dagelijkse herhaling en verdieping.
• Beschrijving: Leerlingen maken een memorie van de moeilijke woorden. Op de ene kaart het woord, op de andere de definitie. Ze moeten de woorden bij elkaar zoeken.