Gatentekst – De Middeleeuwen

De Middeleeuwen

De middeleeuwen was een periode in de __ (1) die duurde van ongeveer 500 tot 1500 na Christus. Deze tijdsperiode wordt vaak verdeeld in vroege, __ (2) en late middeleeuwen. Het was een tijd van __ (3) veranderingen en vele oorlogen.

In de vroege middeleeuwen viel het __ (4) Romeinse Rijk en begonnen de zogenaamde ‘barbaarse’ koninkrijken te ontstaan. De meest invloedrijke van deze koninkrijken was het Frankische Rijk onder leiding van koning __ (5) de Grote.

In de middeleeuwen speelde de katholieke kerk een zeer __ (6) rol in het dagelijks leven. Monniken en nonnen leefden in __ (7) en schreven vele belangrijke boeken over wetenschap, __ (8) en religie.

Tijdens de middeleeuwen werden er ook veel kastelen en kerken gebouwd. Deze gebouwen dienden niet alleen religieuze en economische doelen, maar ook om de bevolking te __ (9) tegen invallen van buitenaf.

In de late middeleeuwen veranderde het __ (10) langzaam van een agrarische samenleving naar een meer stedelijke en __ (11) economie. Dit legde de basis voor de renaissance die zou volgen.

Meerkeuzevragen

1. De middeleeuwen was een periode in de __ die duurde van ongeveer 500 tot 1500 na Christus.

   • A) geschiedenis
   • B) toekomst
   • C) mythologie

2. Deze tijdsperiode wordt vaak verdeeld in vroege, __ en late middeleeuwen.

   • A) moderne
   • B) hoge
   • C) klassieke

3. Het was een tijd van __ veranderingen en vele oorlogen.

   • A) snelle
   • B) trage
   • C) grote

4. In de vroege middeleeuwen viel het __ Romeinse Rijk en begonnen de zogenaamde ‘barbaarse’ koninkrijken te ontstaan.

   • A) Oostelijke
   • B) Zuidelijke
   • C) Westelijke

5. De meest invloedrijke van deze koninkrijken was het Frankische Rijk onder leiding van koning __ de Grote.

   • A) Karel
   • B) Willem
   • C) Hendrik

6. In de middeleeuwen speelde de katholieke kerk een zeer __ rol in het dagelijks leven.

   • A) kleine
   • B) grote
   • C) onbelangrijke

7. Monniken en nonnen leefden in __ en schreven vele belangrijke boeken over wetenschap, __ en religie.

   • A) steden
   • B) dorpen
   • C) kloosters

8. Monniken en nonnen leefden in kloosters en schreven vele belangrijke boeken over wetenschap, __ en religie.

   • A) literatuur
   • B) kunst
   • C) geneeskunde

9. Deze gebouwen dienden niet alleen religieuze en economische doelen, maar ook om de bevolking te __ tegen invallen van buitenaf.

   • A) beschermen
   • B) aanvallen
   • C) controleren

10. In de late middeleeuwen veranderde het __ langzaam van een agrarische samenleving naar een meer stedelijke en __ economie.

    • A) rijk
    • B) koninkrijk
    • C) Europa

11. In de late middeleeuwen veranderde het Europa langzaam van een agrarische samenleving naar een meer stedelijke en __ economie.

    • A) industriële
    • B) handels
    • C) digitale

Antwoordenblad

1. A) geschiedenis
2. B) hoge
3. C) grote
4. C) Westelijke
5. A) Karel
6. B) grote
7. C) kloosters
8. A) literatuur
9. A) beschermen
10. C) Europa
11. B) handels

Antwoorden

1. Europa
2. middeleeuwse
3. dramatische
4. West
5. Karel
6. invloedrijke
7. kloosters
8. taal
9. beschermen
10. economie